top of page

7 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht

  • Writers block in Venetië? WTF?!

    Ik ben halverwege mijn week in Venetië, die ik op FB & IG in het begin nog #schrijfweek noemde. Maar eerlijk gezegd heb ik nog weinig echt geschreven. Geen nieuw, creatief woord op papier gezet. Tot vandaag had ik elke dag een gesprek of interview met Venetianen die ik vanuit een bepaalde invalshoek en met een bepaald idee had benaderd als onderdeel van mijn research voor roman #3. Ik dacht dat ik na die gesprekken volle bak geïnspireerd zou zijn en de woorden als vanzelf zouden komen — wat normaal altijd tamelijk makkelijk gaat. Maar niks is minder waar. Want na die gesprekken ga ik ook nog door de stad dwalen, bezoek ik plekken die in de roman (gaan) voorkomen en uiteindelijk kom ik dan thuis. Ik verwerk de interviews grotendeels, samen met mijn indrukken, en maak notities, maar verder kom ik niet. Ik voel niet dat het schrijven gaat komen — een nieuwe en wat verontrustende ervaring. Is Venetië dan misschien niet zo inspirerend, of zit ik op het verkeerde pad? (Doodeng idee.) Maar misschien is het wel zo dat deze stad gewoon te overweldigend is, en ik alle informatie en indrukken eerst maar moet laten intrekken of zo. Of bezinken, tot rust komen — zoiets. Zodat het uiteindelijk weer gaat borrelen. Of ik ben aan het einde van deze dagen gewoon te moe. Dat sowieso. We gaan het zien. Het is een nieuwe ervaring en een nieuw proces. Gelukkig hebben we de foto’s nog?

  • De lagune van Venetië op met Andrea Rossi - vijfde generatie visser van Burano.

    Half december 2023 ging ik voor een week research naar Venetië. Ik had daar met veel verschillende mensen afgesproken, onder andere met Andrea Rossi, vijfde generatie visser van Burano. Ik was Andrea op het spoor gekomen door een artikel van National Geographic    en had contact met hem opgenomen met de vraag of hij me kon helpen met het leren kennen van de Venetiaanse lagune. We hadden appcontact, waarbij we op zondag afspraken. Per fare un bel giro , appte hij nog. Toch niet... Die zondag kwam met grauw weer en mist, de Venetiaanse caígo , en toen ik op Murano arriveerde, stond Andrea op me te wachten, dik ingepakt maar met een moeilijke uitdrukking op zijn gezicht. We gingen samen naar trattoria Da Primo , waar we koffie dronken en elkaar beter leerden kennen, maar al gauw bleek dat die bel giro  er vandaag vanwege de mist niet in zat. Misschien later in de week, als het weer beter werd, zei Andrea. Ik bleef enigszins teleurgesteld achter, maar werd door Paolo, de uitbater van Da Primo en goede vriend van Andrea en zijn dochters, enorm in de watten gelegd – culinair gezien dan: een heerlijke lasagne en risotto di gò . Mijn hemel, wat was dat lekker. Andrea (links), de dochter en vrouw van Paolo - van Trattoria Da Primo Toch wel.. De dagen van mijn researchtrip gingen voorbij. Ik had andere geweldige ontmoetingen in een grauw en regenachtig Venetië – waar ik ook ontzettend van hou – en uiteindelijk kreeg ik woensdag een appje van Andrea. Morgen werd het lekker weer: het was aan. En wat een dag. Met schitterend weer kon de zondag nog uitgestelde boottocht over de lagune doorgaan. Andrea had zondag al uitgebreid verteld over zijn vak, de tradities, technieken en de natuur van de lagune, en nu, in zijn boot, de ervaring van alleen op dat wijde water zijn. We voeren door de kanalen van Burano en Torcello, tussen de barene  (de zandbanken/mudflats) door, naar kleine vissershutten, langs kweekvijvertjes en de zogenaamde serragia , de lange netwerken (letterlijk), en langs het mysterieuze en ietwat lugubere knekeleiland Sant’Ariano, waar menselijke botresten (van soms honderden jaren oud) nog gewoon opgevist kunnen worden langs de wal. De stilte, de rust, het onbeweeglijke, het overweldigend simpele van deze natuur, en steeds in de verte die markante torens: van de Santa Maria Assunta-basiliek van Torcello, de ietwat scheve campanile van Burano, en in de verte die van Venetië zelf. En aan de andere kant, in de vage verten, witte pieken van de Alpen. Weergaloos. Ragionar come un pesce Toen we bijna weer terugkwamen op Burano, kreeg ik tot mijn grote verrassing een boekje van Andrea overhandigd met de titel Ragionar come un pesce , geschreven door… Andrea zelf. Ragionar come un pesce  – denken als een vis – gaat over Andrea’s leven als visser, de enorme passie voor zijn vak en zijn liefde voor de lagune. Met mooie inzichten in de technieken en tradities van de traditionele vorm van visserij. Ik was een tikkeltje overweldigd, zo mooi en gul, ik voelde me ongelofelijk vereerd en gelukkig hiermee. "Al mio amico Mark, con orgoglio che questo mio libro ti fossa inspirare nei tuoi romanzi.” Con Amisticia, Andrea. En of ik geïnspireerd was. Ik heb het boek van voor tot achter gelezen, en veel van zijn geweldige verhalen hebben hun weg gevonden naar mijn nieuwe roman. Andrea en alles wat hij me gegeven heeft in deze korte week, gaat zeker in de roman terugkomen. Vooral la generosità, l’affidabilità, la gentileza, la passione e il amore per la piccola isola di Burano  (of Buran, zoals men het daar in dialect uitspreekt). Grazie mille, Andrea! Hierbij als sneak preview een deel uit mijn derde roman – titel kan ik nog niet vrijgeven – die in voorjaar 2026 zal uitkomen. Bepe kende de beweging van vissen vanaf het moment dat ze de lagune binnenkwamen in de lente totdat ze weer teruggingen naar zee om daar te overwinteren. Hij wist waar ze hun prooien aten, en wij hen konden vinden, maar ook wanneer we niet moesten vissen omdat vrouwtjes hun eieren kwamen leggen. Hij had een bijna telepathische gave om te voelen waar de vis zich bevond. De meeste vissen waren nu naar zee geëmigreerd en als vagantivi zwierven we daarom over de lagune, op zoek naar wat er restte, vooral mossels, oesters, andere schelpdieren, kreeften en garnalen. 'En de gò,' zei Orso, en glimlachte breder dan dat ik tot dan toe had gezien. Gò moet je weten, is grondel, en een delicatesse van de lagune. Het vissen is heel moeilijk, want ze graven holen onder de modder. Bepe legde het nooit uit, vragen die ik stelde bleven onbeantwoord. Ik moest kijken en leren, de technieken van hem stelen, maar was daar nooit goed genoeg in. Mocht je ooit maar Venetië gaan, ga dan ook zeker de lagune op. En wil je een geweldige gids ga dan naar https://www.venicebirdwatching.com

  • Bron en inspiratie: Alessandro Ortolani

    Januari 1998 reisden mijn broer, mijn beste vriend en ik naar Venetië. Een week lang genieten en zwelgen in de sombere schoonheid van deze stad. Ergens die week werden we aangesproken door een gedistingeerde heer, die ons allerlei mooie verhalen vertelde over Venetië en ons meenam naar het graf van Monteverdi. Ik stond op afstand en maakte foto’s (dat was mijn ding destijds). Zijn verhalen hoorde ik niet, en ik herinner me alleen zijn naam. Ortolani heette hij, volgens mij. Zo herinneren wij ons hem tot op de dag van vandaag. Die bijzondere ontmoeting met die bijzondere man is me altijd bijgebleven, en nog steeds wens ik dat ik zijn verhalen had gehoord. Zoals wel vaker bij mij gebeurt: als ik het verhaal niet ken, verzin ik het zelf. Mijn Ortolani zag in Spiegeldagen het levenslicht: Een oude heer loopt op hem af. Een hand, gestoken in een fraai lederen handschoen, geheven in begroeting. Een lange, blauwe wollen jas met een dubbele rij knopen, een bril met een dik zwart montuur dat zijn heldere ogen omkadert als een schilderij; grijs haar onder een effen hoed in dezelfde kleur blauw als zijn jas. In alles een gedistingeerde Italiaanse heer, een consiglieri van Dogen. Met een tred waarin de kracht van vroeger nog doorschemert, en handen die de reling van de vaporetto vast- klemmen terwijl hij naar het voordek loopt. Spiegeldagen, blz 26 Verlangen naar een levensverhaal Die kennismaking vroeg om meer. Zijn levensverhaal wilde ik vertellen in mijn derde roman, en na ruim een jaar schrijven – waarvan de afgelopen negen maanden fulltime – schreef ik een uur geleden de laatste zinnen van zijn verhaal. Het manuscript is af… Best wel een moment voor een schrijver, moet ik zeggen. Het verhaal mag dan wel af zijn, nu begint het schaven, schrapen, schrappen – kortom, de redactie. Een intensief proces met redacteur en uitgever waar ik naar uitkijk. Maar nu even bijkomen van alle emoties. Want dat zijn er nogal wat. Vooral trots, veel liefde voor mijn Ortolani, en grote hoop dat het verhaal zal werken zoals ik het bedacht heb. Wordt vervolgd: publicatie voorjaar 2026.

  • Roeien in Venetië; voel de ziel van de stad

    Deze week is het carnaval begonnen in Venetië, stroomt de stad vol en begint de drukke zomerperiode in de stad, wanneer de straten en stegen worden overspoeld door bezoekers, met als hoogtepunt de maand juli, wanneer ruim een half miljoen mensen La Serenissima bezoeken. Daarom ga ik graag in de wintermaanden – januari en februari zijn het beste – en had ik twee weken terug ook nog eens heerlijk weer. Onder een blauwe hemel, zalige zon en een frisse windstilte voer ik in een sandolo s’ciopon  van Venice on board  door de kanalen van Cannaregio. Omdat het roeien in Venetië zo’n belangrijk deel van mijn aankomende derde roman is, heb ik veel onderzoek gedaan naar die typische Venetiaanse manier van roeien; naar de techniek en het ontstaan ervan, naar de verschillende soorten schepen (naast de welbekende gondel), naar de riemen en de forcole . Ik las blogs en artikelen en instructiehandboeken, keek video's en docu's, maar wilde het vooral ook wel erg graag zelf ervaren. Na online contact te hebben gelegd, liep ik vroeg in de ochtend uiteindelijk langs de Fondamente Contarini en klopte daar op het kleine deurtje van het boothuis van Venice on Board . Ingang en boothuis Venice on Board Voga alla Veneta Het eerste wat mijn instructeur en gids Stefano vertelde, was dat vogare  geen sport is en spierkracht doet  er niet toe. Voga alla veneta  doe je met gevoel, je streelt het water met het premer  en stair , de duwende en bijna gelijktijdig trekkende beweging van elke slag, zodat je boot, ondanks dat je aan één kant roeit, toch in een rechte lijn door de kanalen vaart. Het was erg wennen: hoe harder ik mijn best deed, hoe minder goed het ging. Loslaten moest ik. De boot, de riem en het water moest ik voelen, en dat kan alleen door te ontspannen. Langzaam begon ik het door te krijgen, en lukte  het om iets minder slingerend door de kanalen te varen. Ik roeide hoeken om, en voer zelfs even op de lagune, waar het getij gelukkig net op zijn keerpunt was, en ik dus noch  weg van noch juist de stad in werd geduwd. Het water was spiegelgald en ideaal om te oefenen. Nog even voer een motorbootje voorbij - ze varen hier zoals ze in Napoli autorijden, mopperde Stefano - en ondanks de hekgolven lukte het me goed overeind te blijven. Even waande ik me ook een Venetiaan, deel van het water, van de aders en dus de ziel van de stad. Roeien als fietsen Roeien in Venetië is niet alleen een geweldige en unieke manier om de stad te ervaren, maar het verbindt je ook aan een oud ambacht dat tot op zekere hoogte  de ziel van de stad vertegenwoordigt. Vroeger – nel tempo  – roeide iedereen, vertelde Stefano. Iedereen had wel een bootje, net zoals Nederlanders fietsen hebben. Roeien was net zo natuurlijk als wandelen. Boten en scheepjes en deze specifieke wijze van roeien maakten  het ooit mogelijk om op 118 eilanden in een moeras een stad te bouwen, verbonden met meer dan 438 bruggen, en doorkruist door smalle kanalen die de aderen van Venetië vormen, en waar ik nu dus ook doorheen roeide, deel van haar harteklop, in serene stilte en rust zoals je die bij Venetië misschien niet verwacht, terwijl zij toch bekend staat als La Serenissima . Zoals ik in mijn komende roman (titel nog bekend te maken), die in het voorjaar van 2026 uitkomt, schrijf: 'Roeien is verbonden met het ritme van de stad, haar hartslag, ademhaling, leven en dood, rijzen en vallen, opstaan en gaan slapen, dag en nacht, eten en poepen, inspiratie en expiratie, extase en depressie, liefde en haat. De riem is het instrument waarmee jij je wezen in het water uitdrukt. Er is geen enkele andere manier om werkelijk en diepzinnig het wezen van deze amfibische stad te doorgronden en te begrijpen - hoe het gebouwd is, hoe het functioneert, hoe het leeft - dan het roeiend te ervaren. Staand, sterk, vooruitkijkend, op dit asymmetrische wonder waar je steeds, alleen, zoals je geboren wordt en sterft, tegen je eigen voortdurende vallen in vaart. Het is toch de mooiste zinnebeeld voor het leven.' Venice on board Venice on board  is een lokale stichting die dit zeer authentieke en wezenlijk onderdeel van de Venetiaanse cultuur wil behouden en overbrengen op locals en bezoekers. Want ooit roeide iedereen, jong en oud, man en vrouw, en was de stad het domein van dit soort roeiboten met hun gracieuze vaart en subtiele roeitechniek. Het is supertechnisch en moeilijk, maar een geweldige, onvergetelijke ervaring die smaakt naar meer – volgende keer ga ik zeker weer roeien – en die ik iedereen kan aanbevelen. Mijn lidmaatschapskaart is een jaar geldig en ik hoop dat ik gauw weer kan terugkeren om weer te roeien.

  • Het Steilneset Herdenkingsmonument voor heksen van Vardø

    Tijdens een roadtrip door het hoge noorden van Noorwegen, waarover meer in een andere blog , deden we ook het Steilneset Herdenkingsmonument voor heksenverbrandingen in Finnmark aan. Het emotionele hoogtepunt van ons bezoek aan het eiland Vardø. Afgelopen zaterdag stond in de Volkskrant nog een stuk over een nog op te richten Heksenmonument in Nederland – onder meer medeauteur Susan Smit zet zich daarvoor in – maar in het uiterst noord-oostelijke punt van Noorwegen staat er een die de 91 mensen, 77 vrouwen en 14 mannen, die op Vardø zijn verbrand, herdenkt. In heel Finnmark werden tussen 1600 en 1692 maar liefst 135 mensen terechtgesteld wegens “trolldom” of hekserij. 91 "Heksen" Het monument, dat is opgericht op de plek van de terechtstellingen, bestaat uit een zwarte, vierkante glazen kubus waar middenin een vulkaanachtige kegel een stoel staat waar een vlam brandt, en een lange donkere gang gemaakt van canvas met touw tussen hout gespannen, waar de 91 namen en verhalen staan van de terechtgestelde “heksen”. Op elke doek staat de naam van het slachtoffer, met de beschuldiging, vaak door wie ze beschuldigd werden, en ook wat ze “bekend” hadden, dat laatste vaak na marteling en in ieder geval na de waterproef. Hieronder een van die verhalen, waarbij de andere 90 niet onderdeden voor de absurditeit van de beschuldigingen en afgedwongen bekentenissen: Karen Andersdatter Voor het gerecht gebracht in Vadsø op 27 februari 1663 BESCHULDIGD van het beoefenen van hekserij BEKEND dat zij hekserij leerde van Dorette Lauritsdatter, die geëxecuteerd werd, dat zij haar krachten kreeg door het eten van pap toen zij in afzondering zat na een bevalling dat de pap waterig was en dat zij er een donkere vlek in zag, ongeveer zo groot als een gerstekorrel dat zij twee weken na het eten van de pap ziek werd dat Satan verscheen in de gedaante van een kat, drie weken nadat haar opsluiting eindigde dat hij van haar voeten naar haar mond liep en haar tanden telde dat Satan wilde dat zij hem diende en haar geluk met vee beloofde dat Satan vijf of zes keer terugkwam voordat zij bezweek en hem haar diensten beloofde dat zij haar god Isach noemde dat hij de vorm had van een knop aan een tak dat ze hem een van haar vingers gaf als onderpand dat hij haar beval andermans vee en schapen te melken Weigerde te bekennen dat ze deelnam aan de betovering van de regionale gouverneur Veroordeeld voor het uitoefenen van hekserij Ter dood veroordeeld op de brandstapel Getrouwde vrouw | Woonde op Skatore bij Vadso | Aangeklaagd door Karen Iversdatter, Maren Olsdatte en Ellen Gundersdatter | Opgeroepen voor de rechtbank in een reeks van gekoppelde hekserijprocessen tijdens welke 20 vrouwen werden geëxecuteerd. Het is een van de 91 verhalen van 91 mensen die op deze manier toch voortleven, met bij elk verhaal een enkele lamp die voor hen brandt, en dat licht hangt voor een klein raampje dat zicht biedt op de omgeving, sommigen richting het dorp en het kasteel waar de “rechtszaken” plaatsvonden. Wij waren er overdag, maar ’s avonds moet dat van buiten ook een feeëriek beeld geven, en dus zelfs als het donker is, kunnen ze niet vergeten worden, want ze worden nog gezien, ze zijn er nog. En bij elke plek, bij elk verhaal dat ik las, vroeg ik me telkens weer af wat het werkelijke verhaal was, waarom juist deze persoon, vrouw of man, slachtoffer was geworden van deze hetzes, wie ze waren, wat ze precies overkwam, en waarom? En misschien is dat juist ook de bedoeling van zo’n plek: dat je je dat soort vragen stelt. En dat we daarvan blijven leren, want hetzes, vrouwenhaat, valse beschuldigingen en openbare terechtstellingen zijn er gewoon nog steeds. Er moet maar gauw zo’n plek komen hier in Nederland!

  • Finnmark, land van steen en mos en water en vergezichten. Een roadtrip in foto's.

    We gaan op roadtrip, zei mijn dochter, en dat deden we toen we bij haar op bezoek waren in Pasvik, een klein gehucht in Finnmark, de meest noordelijke provincie van Noorwegen. En wel twee maal: eerst van Pasvik helemaal naar het noorden, naar Grense Jakobselv, waar Noorwegen grenst aan zowel de Barentszee als Rusland, en daarna wederom van Pasvik, maar deze keer naar het verlaten dorp Hamningberg. Deel 1: Grense Jakobselv We reden kilometerslang langs de Russische grens, en dat voelt toch vreemd op een bepaalde manier. De ondiepe Jakobselva-rivier oversteken en je bent er. Maar de militaire post aan de overkant, de patrouillerende Noorse soldaten en de waarschuwingsborden maken duidelijk dat deze op het oog vreedzame grens toch ook hier spanning kent. De natuur trekt zich daar niks van aan overigens, en is aan beide kanten even beeldschoon. Stenen, mossen, berkenbomen die in geelgoud herfstkleed staan. En dan water: overal meren, moerassen, beken. Langs de weg ook veel mooie oude en verlaten bouwsels en de fraaie Koning Oscar-kapel, bijna aan het einde van de weg. En dan, werkelijk aan het einde, Storsande: een wit strand, volledig verlaten met alleen de wind en de woeste golven van de Barentszee als gezelschap.. Vardø Op onze tweede roadtrip enkele dagen later deden wij het eiland Vardø aan, dat het uiterste oostelijke punt van Noorwegen is. Een eiland dat je bereikt via een tunnel, dat het meest opvalt door vier enorme bolvormige radarstations van het leger, het meest indruk maakt met het Steilneset-herdenkingsmonument voor de heksenprocessen begin 17e eeuw, en dat zich van zijn mooiste kant toont bij de Drakkar-Leviathan, een indrukwekkend houten kunstwerk dat een ode is aan de Arctische cultuur en natuur, haar geschiedenis, mythes, verhalen, haar mensen en haar dieren. Het Drakkar-Leviathan-beeld werd in de zomer van 2016 gebouwd door het Taibola Assemble-team uit Archangelsk/Severodvinsk. Een schitterend kunstwerk vond ik zelf, op een beeldschone plek op het eiland, waarbij de afwisseling van regen en de laagstaande zon een heel mooi, bijna mystiek landschap tekende. Hamningberg Ruimte, leegheid, uitgestrektheid, stilte, zelfs totale stilte, soms, zonder zelfs het zachte geluid van de natuur. Ik mis in het overvolle en drukke Nederland nog dagelijks het ruime en ruige landschap van Finnmark waar ik een tijdje terug was. De stenen, de mossen, de bomen, de kleuren, de vergezichten, het eindeloos weg kunnen kijken, het water van de woeste Barentszee bij Hamningberg tot de spiegelgladde Munkefjord bij het wisselen van de getijden, als het water heel even volledig stil lijkt te staan. En zo weinig mensen kom je tegen, zo weinig. Heerlijk (zei de closet-hermit). Het is om stil van te worden. Houten Huizen Houten huizen – vooral die schattige rode huizen – zijn natuurlijk zoooo typisch voor Scandinavië, maar mijn oog werd steeds getrokken naar de oude, verlaten, vervallen versies, met afbladderende verf, scheve planken, soms nog met daken van gras en vaak op de allermooiste plekken. Altijd gaat mijn verbeelding dan werken: wie heeft het ooit gebouwd, welke levens speelden zich hier af, en waarom zijn ze verlaten? En wat zijn ze mooi zo, dat zachte, bijna fluisterende verval.

  • Goed, nog even over Donostia – oftewel San Sebastián

    Wat is het? We waren er maar heel even, iets minder dan 24 uur, maar wat een indruk heeft deze stad op me achtergelaten, die ik pas nu voor het eerst bezocht.Is het de wonderbaarlijk mooie ligging, de Parte Vieja , de oude / klassieke Spaanse binnenstad ingeklemd tussen haast perfect halve maansvormige baaien? Is het de gezelligheid van de straten om de Plaza de la Constitución ? Is het de Monte Urgull, die daar groen bovenuit torent en waarvandaan de uitzichten fenomenaal zijn? Is het de gezellige vibe  bij de kleine haven aan de voet van die berg? Zijn het de golven en het heerlijke water van de Atlantische Oceaan? De surfers die je niet alleen op de golven ziet, maar ook bij het stoplicht, met het board onder de arm en verlangen in de ogen? Ja, dat alles wel. Maar het was zeker de zeewind die ik voelde op de Paseo Nuevo , de zeepromenade om de Monte Urgull. Het was het avondlicht. Pintxos, natuurlijk En natuurlijk waren het de pintxos, waar echt per bar veel verschil in kan zitten. De lekkerste vonden wij bij Bar Sport  – een verschrikkelijke naam voor een bar die ongelofelijk lekker eten maakt. Alles vers, je moet even door de drukte heen (het is er afgeladen vol), maar dan heb je echt wat. De Calamares a la Plancha  waren hemels, en de Crema de Erizo  (zee-egelcrème). Een stad waar ik wel langer zou willen zijn. Misschien ooit – over vele jaren – als gepensioneerde schrijver of zo. Werkend aan mijn magnum opus, beetje over de boulevard in de avond… zitten op een bankje.Ja, best wel.

bottom of page